Zahri, een jonge apothecaresse aan zee, woonde in een schilderachtig kasteel met romaans metselwerk dat uitkeek over de woelige oceaan. Ze stond bekend om haar geneeskrachtige brouwsels en de heerlijk geurende mandarijn crème die ze maakte. De roem van haar vaardigheden reikte ver over de grenzen van haar dorp, en mensen kwamen van ver naar haar toe voor hulp.
Op een rustige ochtend, terwijl de zon zijn eerste roze stralen over het water wierp, voelde Zahri een onverklaarbare rusteloosheid in haar hart. Ze besloot een wandeling langs het strand te maken. Met een mand vol kruiden en bessen, waaronder haar geliefde kruisbes, liep ze naar de branding, waar ze vaak inspiratie vond voor haar recepten.
Terwijl ze daar stond, hoorde ze plotseling een rumoerig geluid van achter de duinen. Voor ze het wist, werd ze omringd door een groep piraten, geleid door een beruchte kapitein met een ooglap en een groene sjaal. “Grijp haar!” beval hij. Voor Zahri kon reageren, werd ze vastgebonden en op hun schip gegooid. Haar hoofd tolde van angst en verwarring.
De piraten, zo bleek, waren op zoek naar de legendarische zuidelijke zeedraak, een wezen waarvan gezegd werd dat het kostbare schatten en oude geheimen van de onderwaterwereld beschermde. Ze hadden gehoord van Zahri’s kennis en wilden haar dwingen hen te helpen de draak te vinden.
Na dagen van zeilen, bereikten ze de mysterieuze wateren waar de zuidelijke zeedraak zou wonen. De kapitein gaf Zahri de opdracht om een brouwsel te maken dat hen zou helpen onder water te ademen. Onder strenge bewaking, werkte Zahri onvermoeibaar in een geïmproviseerde apotheek aan boord van het schip. Ze gebruikte een combinatie van groene zeewier, zeldzame schelpen en een snufje van haar vertrouwde mandarijn crème.
Toen het brouwsel klaar was, daalden ze af naar de donkere diepten van de oceaan. Zahri hield haar adem in toen ze de betoverende onderwaterwereld zag, vol met fluorescerende koralen en kleurrijke vissen die om hen heen dartelden als levende regenbogen. Het was adembenemend, maar de dreiging van de zeedraak hing zwaar in de stille diepte.
Na een tijdje zagen ze een schaduw in de verte. De zuidelijke zeedraak, een majestueus wezen met schubben die glinsterden als zilverfolie, zweefde voor hen uit. Zahri voelde een mengeling van angst en ontzag. De piraten, verblind door hun hebzucht, stormden vooruit. Maar de draak was niet zo makkelijk te vangen. Met een krachtige slag van zijn staart creëerde hij een wervelende stroming waardoor de piraten alle kanten op gingen.
In de chaos greep de draak Zahri en zwom met haar weg. Zahri voelde zich vreemd kalm in de greep van het wezen. Het leek haar te beschermen. Ze werd naar een verborgen grot gebracht, diep onder de zee. Daar vond Zahri een serene plek, gevuld met oude artefacten en zeldzame planten. De draak legde haar zachtjes neer en verdween in het donker.
Zahri wist niet hoe lang ze daar was, maar ze gebruikte de tijd om nieuwe geneesmiddelen te ontdekken en haar kennis te vergroten. Uiteindelijk vond ze een manier om terug te keren naar het oppervlak, waar ze als een legende werd ontvangen. De piraten werden nooit meer gezien en Zahri hervatte haar leven als apothecaresse, maar nu met een vleugje magie en mysterie in haar ogen.