Drukte van jewelste, snelheid lijkt een zegen
De gekte van het regelen overspoelen de zintuigen
Op slot! Mijn ogen en oren, donker en stil
Een aarzelende trilling bij mijn voeten
Ik kijk naar beneden, een glimlach breekt vrij
Zilveren elfjes vliegen op, in een speelse rij
Ik word bedekt met kusjes, licht en teder als een zucht
Geen mensen, geen stemmen
Alleen het gezang van de lichtjes, dansende belletjes
Ik laat de storm achter en stap in de duisternis van vreugde