Op een zachte lentedag, toen de wereld net ontwaakte in tinten van roze en paars, stond de kleine hortensia in de hoek van de tuin te bloeien. Ze was anders dan de andere bloemen; haar bloemblaadjes hadden een delicate schakering van kleuren, van lichtroze tot diep lavendel, precies zoals de ochtendhemel bij het krieken van de dag.De hortensia, genaamd Rosa, voelde zich vaak een beetje alleen. De andere bloemen in de tuin waren uitbundig, hun kleuren fel en luid. Maar Rosa bloeide subtiel en ingetogen, haar roze en paarse tinten smolten samen als de strepen van een zachte zonsopkomst. Toch wist ze diep vanbinnen dat er iets magisch aan haar kleur zat, iets wat je niet in een oogopslag zag.Op een dag kwam een klein meisje langs, gekleed in een lichtroze jurkje dat perfect paste bij de tinten van Rosa. Het meisje had een droevige blik in haar ogen, alsof ze iets verloren was wat niemand kon begrijpen. Ze liep langs de andere bloemen zonder ze een blik waardig te gunnen, tot ze Rosa zag staan, stil en prachtig in haar eenvoud. Voorzichtig knielde ze neer en streelde zachtjes een van Rosa's bloemblaadjes.