Mythische wortels van Pakistan

Gepubliceerd op 2 mei 2025 om 10:38

een verkenning vanaf de Indusbeschaving

Inleiding
De mythologie van Pakistan is een rijk en gelaagd erfgoed, gevormd door eeuwen van culturele, religieuze en spirituele invloeden. Van de mysterieuze symbolen van de Indusbeschaving tot de poëtische mystiek van de soefi’s en levendige volksverhalen: de Pakistaanse mythologie is geen afgesloten hoofdstuk, maar een dynamische verzameling verhalen die zich blijven ontwikkelen. Dit artikel is het eerste deel van een reeks die de mythische geschiedenis van Pakistan chronologisch verkent. We beginnen bij de oudste bekende cultuur in het gebied: de Indusbeschaving.

1. De Indusbeschaving: mythen in stilte gehuld
De Indusbeschaving (ca. 2600–1900 v.Chr.) – met steden als Mohenjo-Daro, Harappa en Lothal – was een van de eerste grote stedelijke samenlevingen ter wereld. Hoewel het schrift van deze cultuur nog steeds niet is ontcijferd, bieden archeologische vondsten waardevolle aanwijzingen over hun geloofs- en rituele leven. Op talloze zegels zijn dieren, rituele houdingen en symbolische figuren afgebeeld.

Een van de meest opvallende figuren is een gehoornde, gehurkte man in een yogahouding, vaak geïnterpreteerd als een proto-vorm van Shiva (de zogenoemde Pashupati, “heer van de dieren”). Sommige onderzoekers zien hierin vroege vormen van sjamanisme of meditatieve rituelen. Andere zegels tonen vrouwelijke figuren die mogelijk verwijzen naar een moedergodin of vruchtbaarheidscultus.

De geavanceerde stadsplanning en badhuizen in Mohenjo-Daro wijzen op rituele reiniging en een watercultus – motieven die ook terugkeren in latere religieuze tradities zoals het hindoeïsme en boeddhisme. Hoewel de mythen van deze beschaving ons niet in geschreven vorm zijn overgeleverd, vormt hun symbolische nalatenschap een onmiskenbare voorloper van latere religieuze en mythologische systemen in Zuid-Azië.

2. Veda’s en hindoeïstische mythen in het noordwesten
Na de neergang van de Indusbeschaving trokken Indo-Arische volkeren het gebied binnen en brachten de Vedische cultuur met zich mee. De oudste Veda, de Rigveda, werd vermoedelijk gecomponeerd in het noordwesten van het subcontinent (het huidige Punjab en delen van Pakistan). Daarmee werd het gebied een kernregio voor de ontwikkeling van vroeg-hindoeïstische mythen.

De Vedische godenwereld omvat figuren als Indra (de dondergod), Agni (vuur), Varuna (kosmische orde) en Soma (de goddelijke drank). Deze goden streden tegen demonische krachten, creëerden de kosmos en bewaakten de orde. De Veda’s leggen zo de grondslag voor het hindoeïstische wereldbeeld, waarin mythen en rituelen nauw met elkaar verweven zijn. In lokale tradities in Sindh en Punjab klinken nog altijd echo’s van deze vroege religieuze ideeën door.

3. Boeddhistische invloeden in Gandhara
In de eeuwen die volgden werd het noordwesten van Pakistan een centrum van het boeddhisme, met name tijdens de heerschappij van de Kushans (1ste–5de eeuw n.Chr.). De regio Gandhara – met steden als Taxila en Peshawar – stond bekend om haar Grieks-boeddhistische kunst en fungeerde als knooppunt voor pelgrims en monniken.

Een belangrijk onderdeel van de boeddhistische mythologie in deze regio waren de Jataka-verhalen – vertellingen over de vorige levens van de Boeddha. Deze verhalen werden in reliëfs en sculpturen uitgebeeld op stoepa’s. Bekende mythen, zoals die van koning Sibi (die zijn vlees aan een havik gaf om een duif te redden) of het hert dat zichzelf opofferde om anderen te helpen, belichaamden idealen als mededogen, wijsheid en zelfopoffering. Gandhara was niet alleen een religieus centrum, maar ook een mythisch landschap dat spirituele idealen tot leven bracht in beeld en verhaal.

4. De islamitische periode en de soefimystiek
Met de komst van de islam in de 8ste eeuw veranderde het religieuze landschap van Pakistan ingrijpend. De islam introduceerde een strikt monotheïstisch geloof, maar binnen de volkscultuur ontstonden talloze legenden over heiligen, wonderen, djinns en heilige plaatsen. Een bijzondere rol werd vervuld door de soefi’s: mystici die de nadruk legden op liefde, godservaring en innerlijke zuivering.

Soefi-heiligen als Lal Shahbaz Qalandar, Shah Abdul Latif Bhittai en Bulleh Shah zijn tot op heden centrale figuren in de Pakistaanse spirituele cultuur. Hun graven zijn pelgrimsoorden waar mensen genezing, bescherming en spirituele inzichten zoeken. De verhalen over deze heiligen – vol visioenen, wonderen en reizen – vormen een soort islamitische mythologie, waarin religieuze devotie samenkomt met mystiek en volksgeloof.

5. Volksverhalen en bovennatuurlijke figuren
Naast religieus geïnspireerde mythen kent Pakistan een rijke traditie van volksverhalen die van generatie op generatie zijn doorgegeven. Vertellingen als Heer Ranjha, Sassi Punnu, Sohni Mahiwal en Mirza Sahiban gaan over liefde, verlies en tragiek, vaak met een spirituele of magische ondertoon. Deze verhalen functioneren als culturele archetypen waarin menselijke emoties, sociale spanningen en mystieke elementen samenkomen.

Daarnaast wemelt het volksgeloof van bovennatuurlijke wezens, zoals de Churail (een vrouwelijke geest die vaak wordt gezien als een wraakzuchtige ziel) en de Pari, een feeëriek figuur die schoonheid, magie of verleiding symboliseert. Zulke wezens leven voort in sprookjes, nachtmerries en dorpsverhalen en maken deel uit van het levendige mythische landschap van Pakistan.

De mythologie van Pakistan is geen geïsoleerd of statisch geheel, maar een levend netwerk van verhalen die zich uitstrekken van het Neolithicum tot het heden. Elk tijdperk heeft zijn eigen mythen voortgebracht, die samen de culturele identiteit van het land vormgeven. Door te beginnen bij de Indusbeschaving en vervolgens de geschiedenis stap voor stap te volgen, ontstaat een diepgaand en gelaagd beeld van een land waarin geschiedenis en verbeelding voortdurend in elkaar overvloeien.

Bronnen

- Possehl, G. L. (2002). The Indus Civilization: A Contemporary Perspective. Rowman Altamira.

- Dani, A. H. (2007). History of Pakistan: Pakistan Through Ages. Sang-e-Meel Publications.

- Witzel, M. (1995). Early Sanskritization: Origins and Development of the Kuru state.

- Flood, G. (1996). An Introduction to Hinduism. Cambridge University Press.

- Marshall, J. (1931). Mohenjo-Daro and the Indus Civilization. Arthur Probsthain.

- Schimmel, A. (1975). Mystical Dimensions of Islam. University of North Carolina Press.

- Rizvi, S. A. A. (1978). A History of Sufism in India. Munshiram Manoharlal Publishers.

- Rose, H. A. (1911). A Glossary of the Tribes and Castes of the Punjab and North-West Frontier Province. Government Printing.

- Jataka Tales (diverse edities en vertalingen, o.a. Penguin Classics).

- Singh, K. (2004). The Legend of the Lovers: Sufi Love Stories of the Punjab. Rupa Publications.