urban legends en spokenfolklore
In het Pakistaanse culturele landschap lopen mythen, legendes en hedendaagse volksverhalen als een rode draad door het dagelijks leven. Waar de wortels van de folklore diep in het mythische verleden liggen, zoals besproken in het vorige artikel, verschuift de focus in deze blog naar de urban legends en spookverhalen die tot op de dag van vandaag worden verteld. Sommige van deze verhalen zijn eeuwenoud, andere zijn recent ontstaan, maar dragen dezelfde mystieke wortels. Aan het eind van deze blog lees je over de kleurassociatie en krijg je een creatieve opdracht om er zelf mee aan de slag te gaan.
De spookbruid: eeuwig onderweg
Een van de bekendste moderne Pakistaanse urban legends is die van de spookbruid. Het verhaal volgt steeds dezelfde structuur, met kleine regionale variaties. Een reiziger, vaak een man die alleen in de auto zit, rijdt 's avonds laat over een afgelegen weg. Hij ziet een jonge vrouw in een rode trouwjurk langs de kant van de weg staan. Ze vraagt om een lift. Stil en dankbaar stapt ze in. Maar wanneer de bestuurder omkijkt of haar iets vraagt, is ze verdwenen.
Deze legende doet vooral de ronde in gebieden als Islamabad, Rawalpindi, Murree en Nathiagali, waar mistige wegen en dichte bossen bijdragen aan het ijzingwekkende decor. In de verhalen wordt de bruid vaak voorgesteld als een vrouw die op haar trouwdag is gestorven: soms door een tragisch ongeluk, soms door (eer)wraak of (zelf)moord.
Symbolisch sluit dit verhaal aan bij de rites de passage zoals beschreven door Arnold van Gennep in Les Rites de Passage (1909): de overgang van meisje naar vrouw, van leven naar dood, van gebondenheid naar een eeuwig, doelloos ronddwalen. De bruid, symbool van een gebroken belofte, wordt zo een archetype van de verloren ziel. Deze folklore vermengt rouw, eer en vrouwelijke identiteit met bovennatuurlijke elementen.

Churails, daayans en Pichal Peri: vrouwen als schrikbeeld
In de Pakistaanse volksverhalen bestaat een hele categorie kwaadaardige vrouwelijke entiteiten. Ze dragen namen als churail, daayan of Pichal Peri, elk met subtiele regionale en culturele verschillen. De churail, beschreven in onder andere The Folktales of Pakistan van Sikandar A. Wali (1975), is vaak een vrouw die tijdens haar leven op wrede wijze is behandeld, bedrogen, mishandeld of verstoten. In de dood keert ze terug als een wraakzuchtige geest. Ze verschijnt als een beeldschone vrouw, maar wie goed kijkt, ontdekt de afschrikwekkende details: achterstevoren voeten, zwarte ogen of een verwrongen gezicht. De Pichal Peri (letterlijk: “degene met achtervoeten”) komt vooral voor in noordelijke gebieden en wordt vaak geassocieerd met verlaten bergwegen. Ze lokt reizigers met haar schoonheid en stem, maar haar ware gedaante verraadt haar bedoelingen: wie haar volgt, verdwaalt, raakt bezeten of verdwijnt voorgoed. Deze entiteiten functioneren vaak als morele waarschuwing. In feministische folklore-analyses, zoals die van Ruth B. Bottigheimer in Fairy Godfather (2007), wordt benadrukt hoe deze figuren maatschappelijke angsten rond vrouwelijke autonomie, seksualiteit en wraak representeren.
Jinn en bhootas: tussen vuur en vergetelheid
De jinn, zoals uitvoerig besproken in Legends of the Indus van Amina Yaqin (1999), vormen een wezenlijk onderdeel van zowel islamitische als pre-islamitische geloofssystemen. Jinn zijn geschapen uit rookloos vuur en beschikken over vrije wil. Net als mensen kunnen ze zowel goed als kwaadaardig zijn. In Pakistaanse verhalen zijn het vaak onzichtbare bewoners van verlaten huizen, oude bomen of ruïnes.
In tegenstelling tot jinn zijn bhootas (een term die vooral voorkomt in het Hindko en Panjabi) zielen van mensen die geen ritueel afscheid hebben gekregen of gestorven zijn onder onnatuurlijke omstandigheden. Volgens Richard F. Burton, die hierover schreef in Scinde, or the Unhappy Valley (1851), zijn deze geesten rusteloos, storend, maar relatief eenvoudig te bezweren, mits de juiste rituelen worden uitgevoerd.
Pakistaanse volksverhalen beschrijven verschillende beschermingsmethodes tegen deze entiteiten. IJzer, knoflook, Koranverzen en specifieke kruiden zoals rukh sindoor (heilige as) worden vaak gebruikt om huis en lichaam te beschermen. Rituele uitdrijvingen, zoals rukya, combineren koranrecitatie met lokale volkspraktijken.

Schimmen als spiegel
Pakistaanse urban legends en spookverhalen zijn meer dan angstaanjagende vertellingen: het zijn spiegels van maatschappelijke overtuigingen, morele angsten en onuitgesproken verlangens. Ze spreken over eer, overgangsrituelen, vrouwelijkheid, verlatenheid en de dunne grens tussen het zichtbare en het onzichtbare. In een wereld die steeds rationeler lijkt te worden, blijven deze verhalen circuleren, gefluisterd op familiefeesten, gedeeld op sociale media of verteld in de klas als dare-story. Daarmee vormen ze levend erfgoed, waarin verleden en heden elkaar raken.
We dragen allemaal een onzichtbare wereld met ons mee: verhalen, angsten, rollen die we ooit hebben aangenomen. Onderstaande creatieve opdracht nodigt je uit om een drieluik te maken waarin je contact maakt met dat onzichtbare: het ‘spook’ dat zich in jou verschuilt. Zoals in oude verhalen het monster vaak de beschermer van een geheim is, zo kun je ontdekken dat jouw innerlijke spook ook iets waardevols bewaakt.

